Een vrouw juicht in de blauwe lucht

18. Alle schaamte voorbij

Alissa van den Berg

Ik ben een dromer en een twijfelaar, maar vandaag niet, ik voel me anders dan een jaar gelede. Licht, vrolijk. ‘Erbij’. De lucht is helemaal blauw, de ochtendzon scherp en om de hoek bij school ruik ik de knoflook al die in een grote soeppan gefruit wordt.
Op de stoep voor de deur dralen een paar leerlingen, bekende gezichten inmiddels. Ik lach naar ze. Het zijn allemaal jongens. De vrouwen hangen niet op die manier rond – die zitten binnen op de bank te kletsen. Ze drinken koffie en praten over het weekend, raken elkaars schouders aan, doen elkaars haren goed. Ik zeg iedereen gedag, en ze lachen en zwaaien terug, vol enthousiasme, roepen “goedemorgen” en ik zie het bij sommigen: ze stralen van geluk.
Bij mij is er geen twijfel meer over wat ik precies kom doen en hoe ik mensen gedag moet zeggen na het weekend. Of onzekerheid over hoe de les vandaag weer gaat uitpakken: het maakt allemaal minder uit. Ik ben losser geworden, heb meer zelfvertrouwen gekregen, merk ook dat het voor hen al snel goed is. Mijn aanwezigheid en oprechte interesse, ieder woord dat ik herhaal, iedere regel die ze leren, is mooi meegenomen. Iedere dag gaan ze naar huis met verse kennis. Moe, zeker, maar ook voldaan.
Soms zijn we serieus, soms lachen we. De taal van de leerlingen gaat met sprongen vooruit. We praten over alles, van muggen tot toekomstdromen. Ze leren elkaar kennen. Worden vrienden. Ze beginnen grapjes met en over elkaar te maken. We sparen R., omdat hij probeert te minderen met cola en koffie en daardoor soms chagrijnig is. Ook is het geen verrassing meer dat H. altijd heel veel honger heeft – ik heb twee zakken noten in de kast gezet, waar hij zo nu en dan naar grijpt met een blik van verstandhouding. En M. is niet meer gewoon M. voor zijn klasgenoten, maar M. Abi, ‘grote broer’.
Ze gaan met elkaar voetballen in het weekend, wandelen samen naar de bibliotheek, spreken af voor verjaardagen, eten ijsjes in de avond bij Talamini en de beste leerlingen geven de leerlingen die minder ver zijn bijles.

Hoe anders is het nu dan toen we begonnen? Ik herinner me november, de eerste weken: mijn ongemak met alle nieuwigheid, maar ook dat van hen. Geef je een hand of knik je, hoe praat je tegen elkaar, wat mag je zeggen, wat mag je niet zeggen, ben je zo direct als jezelf of pas je je aan hun beleefde onderdanigheid aan. Het was een mijnenveld van dingen die je verkeerd kan doen.
De eerste dag, we maakten kennis. Geschuifel van voeten, jassen die aan bleven, de geur van kerrie en knoflook die uit hun vette haren opsteeg. De donkere ogen waarin ik weinig kon lezen, die wegkeken voordat ik oogcontact kon maken.

Stelde je een vraag in de klas, dan durfde niemand die te beantwoorden. Vroeg je mensen waar ze vandaan kwamen, dan wisten ze niet wat je bedoelde: nu of toen.
Het samenzweerderige, zachtkabbelende Arabisch achter handen. Hoe gefrustreerd ik me daarbij voelde, harten te willen winnen, terwijl ik geen idee had wat we gemeen hadden. Ik gaf voor mijn klas een korte presentatie over mezelf waar ze – bedenk ik me achteraf – natuurlijk geen hol van begrepen. Maar dat zeiden ze niet, ze keken gewoon naar me en knikten. Als ze al keken en niet verdwaald waren in gedachten, of op een of andere site op hun smartphone.

Vandaag hoef ik niets waar dan ook achter te zoeken. Ik sta voor de klas, alle leerlingen hebben aandacht voor me. Niet met de gedemotiveerde, soms zelfs lethargische blikken van toen, maar vol hoop en leergierigheid, omdat ze weten dat het zin heeft, dat ze ergens zullen komen.
En wie had dit ooit gedacht – ook ik kom ergens waar ik nooit eerder ben geweest. Ik lees een zin voor met zo veel mogelijk theatrale intonatie en moet erom lachen, vertel dat ik dat tien jaar geleden nooit op die manier voor een groep mensen had gedurfd. En ik zing nota bene lang zal hij leven voor de klas, terwijl ik helemaal niet kan zingen, toch doe ik het: helemaal in mijn eentje, luid en duidelijk en terwijl iedereen naar me kijkt, omdat S. jarig is vandaag, alle schaamte voorbij.

← Terug naar columns